e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beddek dekkens: deͅkəs (Meerlo) lakens en dekens om te dekken III-2-1
beddengoed beddengerei: beͅdəgreͅi̯ (Meerlo) beddegoed III-2-1
beddenhemel hemel: hemel (Meerlo) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Meerlo) laken III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen een steek onder water geven: steek onden water gève (Meerlo) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar kruier: kruujer (Meerlo), schooier: schojjer (Meerlo) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] || leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
bedelaarsvrouw kruierswijf: krujjerswief (Meerlo) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen schooien: schojje (Meerlo) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bedevaart bedevaart: bävert (Meerlo) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedienen bedienen: bediène (Meerlo) de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] III-3-1