e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boomleeuwerik boomleeuwerik: boumlîêwerik (Belfeld) boomleeuwerik III-4-1
boon, algemeen bonen: bunǝ (Belfeld), boon: bun (Belfeld) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
boordenknoopje kragenknoopje: kraageknôpke (Belfeld) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boorgereedschap boorbuis: bǭrbȳs (Belfeld) Lange, holle buis die in de grond werd gedreven om te onderzoeken of er klei in de grond aanwezig was. Het woordtype boorbuis (L 297) is afkomstig uit de terminologie van de gresbuizenindustrie. [N 98, 34; monogr.] II-8
boos kwaad: kwoad (Belfeld) 01; kwaad [SGV (1914)] III-1-4
bord telder: telder (Belfeld) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
boren naar klei boren: bǭrǝ (Belfeld) Door middel van boringen onderzoek doen naar de eventuele aanwezigheid van klei. Daartoe werd een lange, holle buis in de grond gedreven. In L 270 werd de boorbuis opgehangen aan een katrol. Deze werd door de arbeiders een rolkop (rǫlkǫp) genoemd. Het boren naar klei kwam zelden voor omdat de klei doorgaans niet diep zat. De opgave uit L 297 betreft de gresbuizenindustrie. [N 98, 33; monogr.] II-8
borg borg: börg (Belfeld) borg [SGV (1914)] III-3-1
borstel borstel: borsel (Belfeld) borstel [SGV (1914)] III-2-1
borstelig haar stoppels: stoppele (Belfeld) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1