34182 |
aanmelken |
aantrekken:
āntrɛkǝ (L269b Boekend)
|
Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61]
I-11
|
34148 |
aanstieren |
aanstieren:
ānstīrǝ (L269b Boekend)
|
Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.]
I-11
|
32992 |
aar |
aar:
ǭr (L269b Boekend)
|
Het bovenste deel van de halm van sommige graangewassen waarin zich de korrels bevinden. Ook als pars pro toto gebruikt voor de gehele halm, vergelijk de uitdrukking: "aren lezen". De varianten die met een d- beginnen hebben een aangehecht lidwoord. Zie afbeelding 2, e. [JG 1a, 1b; Wi 14; monogr.; add. uit L 25, 15]
I-4
|
33210 |
aardappelloof verbranden |
opstoken:
ǫpstǭkǝ (L269b Boekend)
|
De bladeren van de aardappelstruiken worden in het veld op een hoop gegooid en, als ze voldoende gedroogd zijn, verbrand. [A 45, 27c; monogr.]
I-5
|
20606 |
aardappelpuree |
puree:
puree (L269b Boekend)
|
puree [stamp, stoemp] [N 38 (1971)]
III-2-3
|
33482 |
aardbei |
aardbes:
earbease (L269b Boekend),
erdbeis (L269b Boekend)
|
De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: aardbei (fragaria) - fam. rosaceae [N 71 (1975)]
I-7
|
20735 |
aardbeienvlaai |
aardbezinvlaai:
Syst. WBD
earbeazevlaai (L269b Boekend)
|
Vla met vulling van aardbeien [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24922 |
aarde, grond |
modder:
môdder (L269b Boekend)
|
donkerbruin vruchtbaar zand met water [get] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19509 |
aardewerk |
aardewerk:
erderwerk (L269b Boekend)
|
aardewerk (eerdegoed, gleiwerk) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24448 |
aardrups, larve van de nachtvlinder |
grijze worm:
grieze-worm (L269b Boekend),
WLD
grīēze worm (L269b Boekend)
|
grauwe aardrups, larve van de nachtvlinder, die in de rusttoestand ligt opgerold in de vorm van de letter C [N 26 (1964)]
III-4-2
|