e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P047p plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begeerlijk verleidelijk: vəléédələk (Loksbergen) de begeerte opwekkend, verlokkend [gewild, begeerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
begeerte verlangen: vəlàngə (Loksbergen) een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
begeren begeren: bəgīējərə (Loksbergen), hunkeren: hunkərə (Loksbergen), verlangen: vərlángə (Loksbergen) sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] || sterk wensen, verlangen koesteren naar [begeren, geren, lusten] [N 85 (1981)] III-1-4
begijn begijn: bəgéén (Loksbergen) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3
beginvoor, -voren aanscheut: ǭnšø̄t (Loksbergen) Naar gelang de ploegwijze en de soort van ploeg kan men de eerste voor of voren ofwel in het midden ofwel aan de zijkant(en) van de akker ploegen. In dit lemma zijn de termen verzameld die als benaming voor de beginvoren (of -voor) in het algemeen werden opgegeven of als zodanig konden worden uitgelegd. Dit laatste is het geval met het woordtype aanscheut, voorzover dat werd gegeven n.a.v. de vraag naar "rug, verhoogd middendeel" (JG 1a + 1b). Blijkens opgaven van dat type uit de beide andere bronnen beperkt deze term zich niet tot de beginvoren in het midden. Hij komt inhoudelijk overeen met aanslag, aanwerk, aantrek e.d. waarmee niet zozeer de eerste voor of voren als zodanig, als wel het ploegen daarvan, het aanvangswerk bedoeld wordt. Omgekeerd is het type rug, dat n.a.v. de vraag naar "de eerste voor die de boer ploegt" (N 11, 60), niet hier maar in het volgende lemma opgenomen. Het bij enkele plaatsen vermelde aantal voren heeft betrekking op de aanscheut die in het midden van de akker gemaakt is. Voor voor zie men het lemma ploegvoor. [JG 1a + 1b] I-1
begrafenis begrafenis: begrafenis (Loksbergen) begrafenis; een schoone - [ZND 32 (1939)] III-2-2
begrafenismaal rouwtafel: ròwtòfəl (Loksbergen) het begrafenismaal [N 96D (1989)] III-2-2
begraven begraven: bəgràvə (Loksbergen) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen verstaan: vərstən (Loksbergen) met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef begrip: bəgrip (Loksbergen), benul: bənul (Loksbergen) een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] III-1-4