e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wekken wakker maken: wakkər mōͅkə (Beverlo) wekken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
wendakkerhoeken einden: ęndǝ (Beverlo) Bij het ploegen van de keerstrook of wendakker blijft, behalve als men na elke voor bij het keren de ploeg terugtrekt en aan de kant inzet, aan beide zijden van de wendakker een vierkant of rechthoekig keerstrookje over, dat thans vaak onbewerkt blijft, maar vroeger veelal met de schop (soms met de riek) werd omgewerkt. Een enkele keer diende het voor een ander gewas dan op de rest van de akker verbouwd werd. [N 11, 50b; N 11A, 125c; A 33, 7; N P, 1] I-1
wenkbrauw wenkbrauw: wenkbraoje (Beverlo), weͅŋbrōiə (Beverlo) dikke wenkbrauwen (haarbogen op het voorhoofd) [ZND 34 (1940)] III-1-1
wensen (niet in wbd 1.4) wensen: weͅnsə (Beverlo) wensen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
werk (zn.) werk: werk (Beverlo, ... ), ə weͅrək (Beverlo) een werk [ZND A1 (1940sq)] || Eerst uw werk afmaken! [ZND 23 (1937)] III-3-1
werkdag werkendag: s wèr"kendoogse brùk (Beverlo), ’s werkendagse kliere (Beverlo) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] || doordeweekse broek III-3-1
werken werken: weͅrəkə (Beverlo), wɛrəkə (Beverlo) werken [RND], [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
werkschoen werkschoen: werkschoenen (Beverlo), weͅrksXunə (Beverlo) ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)] III-1-3
wervelwind draaiwind: drāiwent (Beverlo), hoos: een hoos.  ən hós (Beverlo) wervelwind [ZND B2 (1940sq)] || wervelwind [hauwmauw, remouw, hauw, ow, mouwmeuke, windroes] [N 22 (1963)] III-4-4
wieg wieg: wĭĕch (Beverlo) een wieg voor de baby [N 02 (1960)] III-2-2