e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
botervlootje boterschotel: bottersjottel (Heerlerheide) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
bout bout: bols (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]), bolts (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), bǫwt (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Wilhelmina]) [N 95, 351; N 95, 746; monogr.; Vwo 173] II-5
bouwland akker: akǝr (Heerlerheide), gewande: gǝwan (Heerlerheide), land: lant (Heerlerheide), veld: vɛlt (Heerlerheide) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bovendeel van de rug pokkel: bie der pap op der pokkel zitte  der pokkel (Heerlerheide), opter kroamejak (poekel) humme  dər poekəl (Heerlerheide) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-1
bovengronds bovenop: bovenop (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) Boven de grond, aan het aardoppervlak. [N 95, 114; monogr.; Vwo 185] II-5
bovenkabel zeel: sēl (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) De kabel waaraan de beide liftkooien zijn opgehangen. De opgave "ronde kabel" uit Q 12 voor de mijnen in Eisden en Zwartberg duidt erop dat men daar, evenals in de meeste mijnen, voor de bovenkabel een ronde kabel gebruikt. [N 95, 79; monogr.] II-5
bovenkomen, naar boven gaan uitvaren: ūt˲vārǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De ondergrondse werken verlaten, naar boven gaan. Het woordtype "uitvaren" werd volgens de invuller uit Q 121 op de Domaniale mijn ook gebruikt wanneer men tijdens de dienst naar boven ging, bijvoorbeeld door ziekte of ongeval. Men moest daarvoor een bon hebben, die door de opzichter werd uitgereikt. Zie ook het lemma Iemand Naar Boven Brengen. [N 95, 83; monogr.] II-5
bovenlip bovenlip: boavenlup (Heerlerheide) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
bovenstuk van een jurk lijfje: liefke (Heerlerheide) lijfje, bovenstuk van jurk [baskien] [N 24 (1964)] III-1-3
boventuig schacht: šax (Heerlerheide), schaft: schaft (Heerlerheide) Het bovenste gedeelte van de schoen, het overleer. [N 60, 14; N 60, 15a; N 60, 6b] II-10