e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289b plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wis van bepaalde soort amerikaantje: amerikāntjǝ (Leuken), duitse dot: dø̜jtsǝ dǫt (Leuken), franse rode: fransǝ rōj (Leuken), lintje: le.ntjǝ (Leuken), vlaamse rode: vlāmsǝ rōj (Leuken), weda: wēdā (Leuken  [(meervoud: wēdās)]  ), zwarte driebast: zwartǝ dribast (Leuken) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor de verschillende soorten wissen die bij het mandenmaken gebruikt worden. Opgaven waarvan niet duidelijk werd welke wilgsoort ermee werd bedoeld, zijn aan het eind van het lemma per kleur bijeengezet. [N 40, 2; N 40, 22; monogr.] II-12
wisselvallig weer t weer staat te luimen]: loorechtig (Leuken) niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] III-4-4
wissen weken weken: węjkǝ (Leuken) De wissen in water onderdompelen om ze soepeler te maken. Grauwe wissen dienen, afhankelijk van de omstandigheden, één √† twee weken te weken, witte wissen en buffwissen één √† twee uur. [N 40, 20; monogr.] II-12
witlof brussels lof: brussels louf (Leuken), lof: loûf (Leuken), suikerij: sókkeri-j (Leuken) witlof I-7
witte abeel belenboom: baeleboûm (Leuken) abeel, zilverpopulier III-4-3
witte kaas, wrongel botermelkse kaas: bootermêlkse kieës (Leuken), fluiterd: fluitert (Leuken), fluitkaas: fluitkieës (Leuken), Syst. WBD  fluitkeeës (Leuken), kattenkaas: kattekieës (Leuken), platte kaas: platte kieës (Leuken, ... ) fluitkaas || hang-op, fluitkaas || hangop || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] || wrongel die gemaakt werd vanverzuurde melk, vooral door armere mensen III-2-3
witte klaver, steenklaver steenklee: stęi̯n[klee] (Leuken), witte klee: wetǝ [klee] (Leuken) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kabots: kaabuûts (Leuken), kaboets (Leuken), kabotskool: keboetskoeel (Leuken), kabuits: kaboets (Leuken), kappes: kappes (Leuken), wit moes: wit moos (Leuken), zuurmoes: als ingemaakt  zoormoos (Leuken) witte kool || witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstert (Leuken, ... ) kwikstaart [N P (1966)] III-4-1
witte narcis pinksterbloem: pînksterbloome (Leuken) narcis, witte III-4-3