e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
autoped autoped: ōtōpeͅt (Maastricht), /  otopet (Maastricht), otopet/ (Maastricht), p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.  autoped (Maastricht), roller: roller (Maastricht), roͅlər (Maastricht), /  roller (Maastricht), roller/ (Maastricht), step (eng.): step (Maastricht), /  step (Maastricht) / [SND (2006)] || autoped [SND (2006)] || Autoped. || autoped/ [SND (2006)] || Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] || step [SND (2006)] || step/ [SND (2006)] III-3-2
avegaar ever: ēvǝr (Maastricht), everboor: ēvǝrbǭr (Maastricht) Grote handboor met schroef- of lepelvormig uitlopend boorijzer dat met een dwarsstang wordt rondgedraaid en dient om zeer diepe en/of wijde gaten te boren. Zie ook afb. 79 en 80. De avegaar wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de naven van karwielen mee uit, terwijl de klompenmaker de avegaar gebruikt om er aan de binnenkant van klompen hout mee weg te halen. Dit lemma bevat alleen algemene benamingen voor de avegaar (onder A), de schroefavegaar (onder B) en de lepelavegaar (onder C). Specifieke uitvoeringen van de avegaar zoals die bijvoorbeeld door de kuiper, de klompenmaker en de wagenmaker worden gebruikt, worden behandeld in de paragrafen over de terminologie van deze beroepen. Vgl. voor het woordtype never, dat werd opgegeven door respondenten uit Swalmen, Geulle en Valkenburg (L 331, Q 18, Q 101) ook het Limburgs Idioticon, pag. 176, s.v. never, ø̄Kruisboor. Geh. Kempenlandø̄ en voor het woordtype borendrouw uit Eupen (Q 284) RhWb (I), kol. 1437, s.v. Drau, ø̄das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde Drehbügelø̄. Met de lepelavegaar werken werd in Hasselt (Q 2) uitbuikeren (ø̜̄ǝt˱bø̜̄.kǝrǝ) genoemd. [N G, 32a; N 53, 167a-c; L 32, 35; A 32, 8; monogr.] II-12
averechts, achterstevoren andersom: a:ndərsom (Maastricht), averechts: averechs (Maastricht), averechts (Maastricht), āvəreͅxs (Maastricht), e:vəraexs (Maastricht), binnenstebuiten: binnəstəbōētə (Maastricht), omgekeerd: omgəki:rdə (Maastricht), verkeerd: verkierd (Maastricht, ... ), vərkiert (Maastricht), vərkĭĕrt (Maastricht), verkeerde kant: vərkierdə kant (Maastricht) achterstevoren, averechts || averechts [ZND 01 (1922)], [ZND 05 (1924)] || niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)] III-4-4
avondgebed avondgebed: aovend gebed (Maastricht), aovend-gebed (Maastricht, ... ), aovendgebed (Maastricht, ... ), aovendgebèd (Maastricht, ... ), aoventgəbèt (Maastricht) Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
avondmaal avondbrood: aoventbroet (Maastricht), aovendbro´teete  aovendbroĕt (Maastricht), avondeten: ao.vende.te (Maastricht), ao:vendete (Maastricht), aovende.te (Maastricht), aovendeete (Maastricht), aovendeetə (Maastricht), aovendete (Maastricht, ... ), aovent eten (Maastricht), aoventeete (Maastricht, ... ), aoventete (Maastricht), aoventeten (Maastricht), aovənteetə (Maastricht), diner  aovendete (Maastricht), minder gebruikt en modern  aoventeejte (Maastricht), avondmaal: aovendmaol (Maastricht, ... ), aoventmaol (Maastricht), aovəntmaol (Maastricht, ... ), Dao zitte veer gesjore mèt eus aovendmaol Het lèste Aovendmaol  aovendmaol (Maastricht), eten: ətə (Maastricht), koffiedrinken, het -: koffiedrinke (Maastricht), koͅfi dreͅŋkə (Maastricht), kó:ffiedreenke (Maastricht), kóffie drīnke (Maastricht), souper: soepee (Maastricht, ... ), souper (Maastricht, ... ), soupeé (Maastricht), supe: (Maastricht), aovendmaol  soepee (Maastricht) avondeten || avondmaal || de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 19 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 20 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avond [ZND 18G (1935)] III-2-3
avondspin geluksspin: idiosyncr.  gelùksspin (Maastricht) spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)] III-4-2
avondtriduüm avondtridum: aovend-triduüm (Maastricht), aovendtridu(w)um (Maastricht), aovondtridium (Maastricht), aovənttrīēdiejəm (Maastricht) Een godvruchtige oefening op drie achtereenvolgende avonden, avondtriduüm. [N 96B (1989)] III-3-3
avondwake avondmis: aovendmès (Maastricht, ... ), rozenkrans beden: roezekrans bèje (Maastricht) De dienst gehouden op de avond voorafgaand aan de begrafenis. [N 96D (1989)] III-3-3
azijn azijn: aazien (Maastricht), aazīēn (Maastricht), azie.n (Maastricht), azien (Maastricht, ... ), áázīēn (Maastricht), əzien (Maastricht), aon d¯n azien ruke  azien (Maastricht), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  azin (Maastricht), azi‧n (Maastricht), əzīn (Maastricht), eedje: eetsje (Maastricht) azijn [DC 35 (1963)], [ZND 01u (1924)] || Azijn (kent u hier andere woorden voor). [ZND 42 (1943)] || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)] III-2-3
baai baai: bǭj (Maastricht) Dik en grof wollen weefsel, op molton gelijkend flanel, meestal donkerrood, ook wel bruin, geel of blauw van kleur, waarvan onderkleren, vrouwenrokken, hemden voor zeelieden en boeren worden gemaakt (Van Dale, pag. 229). [N 62, 91; Gi 1.IV, 54; MW] II-7