e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L326p plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zondagse kleren `s zondagse kleren: sunjesse kleijer (Grathem), sunjise kleijer (Grathem) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort linnen scholk: leine scholk (Grathem) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zonnebloem zonnebloem: WLD (waarschijnlijk verschrijving voor \'zôonn\\bloom\')  zôonnəbloom (Grathem) Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)] III-2-1
zool van een schoen zool: zaol (Grathem) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag hoogsel: hø̄xsǝl (Grathem) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom in de huif schuif: šȳf (Grathem) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoon jong: jong (Grathem), vgl. vraag 004: "jonk  jong (Grathem), zoon: zoon (Grathem, ... ) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zout zout: zaot (Grathem) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuigen zuiken: zōēke (Grathem), zūkə (Grathem) zuigen [DC 38 (1964)] III-2-3
zuiveren knoeien: knōi̯jǝ (Grathem) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11