e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedevaartganger bedevaartganger: baejvaartgenger (Tungelroy) Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaartsplaats: baejvaartsplaats (Tungelroy) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3
bediend worden bediend worden: bedeendj waere (Tungelroy) Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)] III-3-3
bedienen bedienen: bedeene (Tungelroy, ... ), bedene (Tungelroy) de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
bedorven (persoon) verdorven: mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.  verdorve (Tungelroy), verwend: mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.  verwindj (Tungelroy) met te grote toegeeflijkheid opgevoed, met een bedorven karakter [mouter] [N 85 (1981)] III-1-4
bedorven ei rot ei: rot ęi̯ (Tungelroy) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedonderen: bedoondere (Tungelroy), bedriegen: bedrege (Tungelroy, ... ), beduivelen: beduvele (Tungelroy), kloten: klōēte (Tungelroy) bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)] || opzettelijk bedrog [konkelfoes, konterband] [N 85 (1981)] III-1-4
bedrieger bedrieger: bedreger (Tungelroy, ... ) iemand die een ander bedriegt [prul, smiechel, striegelaam, bedrieger] [N 85 (1981)] III-1-4
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis stallen: stɛl (Tungelroy), stelling: stęleŋ (Tungelroy), stɛleŋ (Tungelroy) Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.] I-6
bedroefd bedroefd: bedreufdj (Tungelroy), bedreuft (Tungelroy), droevig: dreuvig (Tungelroy), verdrietig: verdretig (Tungelroy) bedroefd || droevig || verdriet hebbend, treurig [droef, bedroefd] [N 85 (1981)] III-1-4