e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanaardhak haak: hǭk (Eksel) Het handgereedschap dat bij het aanaarden wordt gebruikt. Meer dan één zegsman geeft aan dat het aanaarden met de hak met mankracht zwaar werk was. Zie ook de opmerking over de opgaven bij het lemma Vorentrekker. Er werd aangeaard met de schup (zie het lemma Schop in aflevering I.1, blz. 121) in: L 324, 355, 363, 414, P 47, 49, 55, 56 (vroeger), 57, 58, 118a, 119 (idem), 120, Q 2a, 3, 71 (idem), 72, 182, 189 en 198b. Met de mesthaak (zie het lemma Mesthaak in aflevering I.1, blz. 12) in: L 289b, P 176 (vroeger) en Q 9. [N 12, 26; N 18, 42; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 12, 24; N 18, 58] I-5
aanbidding van het allerheiligste bedens: beens (Eksel) De aanbidding van het Allerheiligste. [N 96B (1989)] III-3-3
aandeel, part portie: poozie (Eksel) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aandringen aandringen: oa⁄ndringen (Eksel) met klem trachten gedaan te krijgen, met drang onder de aandacht brengen [prossen, aandringen] [N 85 (1981)] III-1-4
aangeven, verklikken aangeven: oángeven (Eksel), overdragen: euverdragen (Eksel) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhitsen treiteren: WLD \'[tr\'t\\r\\n]  trèteren (Eksel) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend bepoetelen handvollen: hamfelen (Eksel), verhandvollen: verhamfellen (Eksel) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanhoudend klagen murmureren: mɛrmərērən (Eksel), zagen: zagen (Eksel) aanhoudend klagen [ZND B2 (1940sq)] || aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend regenen bratselen: bradselen (Eksel) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanhoudend vragen zagen: zagen (Eksel), zeuren: zeuren (Eksel) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1