e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterste achterwerk: achterwèrik (Eksel), kont: kont (Eksel, ... ), kōnt (Eksel), kòònt (Eksel), kontje: kunteke (Eksel), poep: pōēp (Eksel), poepje: Kindertaal.  poepeke (Eksel) [N 10c (1995)] III-1-1
achteruit achter: axtǝr (Eksel), hup-terug: hø̜p tryk (Eksel), mesthoop: meͅstrøp (Eksel), terug-uit: trøx˱ ø̜t (Eksel) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] || Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10, III-2-1
achteruitgaan achteruitgaan: {acht\\ru.tgo.\\n}  achteroetgoón (Eksel) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwand achterbred: axtǝrbrēt (Eksel), achterschoft: axtǝrsxǫft (Eksel), achterste schoft: ɛxtǝrstǝ sxǫft (Eksel), hoofdbred: høt˱brē.t (Eksel), schoft: sxǫft (Eksel) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk fort: fort (Eksel), Vrouw met een dik gat.  fort (Eksel), kasteel: kastieël (Eksel), kont: kont (Eksel), koont (Eksel), mik: mik (Eksel, ... ), vlakke witte: vlakke witte (Eksel) [N 10c (1995)]bil (niet de dij, maar het achterdeel) [N 10b (1961)] || deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] III-1-1
achterwiel van een fiets achterste rad: achterste roád (Eksel) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
adamsappel adamsappel: adamsappel (Eksel), adamsknobbel: adamsknobbel (Eksel) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adder spilworm: WLD  spilwurm (Eksel) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
adelaarsvaren waleven: Spelling: "fonetiek-dialect"= Frings  waələvən (waelleven) (Eksel) Adelaarsvaren, (pteridium aquilinum). Grote, forse varenplant met een dikke, zwarte, diep in de grond kruipende wortelstok, waarin van afstand tot afstand sterk samengestelde veren rijzen, die op gunstige groeiplaatsen wel meer dan 2 m hoog kunnen worden. [N 92 (1982)] III-4-3
adem asem: eŭsem (Eksel) adem [ZND 01u (1924)] III-1-1