e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

Gevonden: 1607

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
abuis abuis: ook materiaal znd 19a,6  abuus (Elen) abuis [ZND 01 (1922)] III-1-4
achterdocht achtergedachten: ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  achtergedächte (Elen) achterdocht [ZND 01 (1922)] III-1-4
achterhaam achterhaam: axtǝrhām (Elen) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterknie hees: īǝs (Elen) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achterste achterste: ächterste (Elen) achterste [ZND 01 (1922)] III-1-1
achteruit terug-ju(j): tryq jȳ (Elen), terug-op: tryk˱ ǫp (Elen) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achterwand achterste bred: ɛxtǝrstǝ brē.ǝt (Elen), bred: briǝt (Elen), stopsel: stø̜psǝl (Elen) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
adem adem: oajem (Elen), oam (Elen), asem: oasem (Elen) adem [ZND 01 (1922)] III-1-1
ademen ademen: oajemen (Elen) ademen [ZND 01 (1922)] III-1-1
ader ader: oajer (Elen) ader [ZND 01 (1922)] III-1-1