e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

Gevonden: 1874

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
adem adem: ojjem (Wellerlooi) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: ojjeme (Wellerlooi) ademen [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: oar (Wellerlooi), oare (Wellerlooi) ader [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
afdak afdak: afdak (Wellerlooi) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afgejaagd volk afjager: afję̄gǝr (Wellerlooi), trommelaar: tromǝlęǝr (Wellerlooi) Het door jagen verkregen volk bijen dat met de koningin in de jaagkorf is terechtgekomen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 90; N 63, 88c; monogr.] II-6
afkomen, wegvliegen eraf komen: eraf komen (Wellerlooi) Het wegvliegen van een zwerm. Op een zonnige dag, meestal tussen 11 en 14 uur, gaan duizenden en duizenden werkbijen, vergezeld van honderden darren en met de oude moer in hun midden, zwermen. [N 63, 31b] II-6
afkomst afkomst: afkumst (Wellerlooi) afkomst [N 87 (1981)] III-2-2
aflegger afloper: aflø̜̄pǝr (Wellerlooi) Kunstzwerm bij het kastimkeren. Een deel van een bijenvolk wordt genomen en voorzien van eitjes. De bijen kweken hieruit een nieuwe koningin. Zo ontstaat een zelfstandig nieuw volk. [N 63, 92c; Ge 37, 118] II-6
afrastering van wei gelint: gǝlīnt (Wellerlooi) Kunstmatige omheining, doorgaans een afrastering van met draad verbonden palen. [N 14, 62; S 11; Gwn 16, 11; A 25, 8; N 11, 8 add.; monogr.] I-8
afstandblikje afstandsblik: afstants˱blek (Wellerlooi) Blikje dat op de lange oren van de ramen wordt geschoven. Het dient ervoor om deze ramen op een bepaalde afstand van elkaar te houden. Het gewone afstandblikje heeft een breedte van 37 mm. De afstandblikjes worden op in de broed- en honingkamer gemonteerde draaglijsten gehangen. [N 63, 10m] II-6