e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beurs onder het oksaal: onder t oksauwl (Jeuk) De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)] III-3-3
beurs, overrijp murw: mø͂ͅrf (Jeuk), paprijp: paprijp (Jeuk), te rijp: te rījp (Jeuk) overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevallen kinder kopen: kenjer koepe (Jeuk), kopen: koepe (Jeuk) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 115 (2003)], [N 84 (1981)] III-2-2
bevel bevel: bevel (Jeuk, ... ) een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bevelen: bevelen (Jeuk, ... ) iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevruchte ooi ooi: ō (Jeuk) [N 77, 35] I-12
bevruchten vogelen: foxǝlǝ (Jeuk) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
beweeglijk rondlopen trippelen: trippele (Jeuk) Beweeglijk rondlopen (trippelen, ritsen, kwinkeleren). [N 109 (2001)] III-1-2
bewerkelijk (zijn) moeilijk: moeilijk (Jeuk) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewieroken wieroken: wirroeeken (Jeuk) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3