e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoethout zoethout: zuutholt (Merselo), zuūthaolt (Merselo) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zolder hort: Allé de hort òp  hort (Merselo), zolder: zoͅldər (Merselo), De koew stòt òp zaolder: de koe geft geen melk meer Enne zaolder ien de bòks hebbe: een laag kruis in de broek hebben  zaolder (Merselo) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zolen onder de klomp slaan klompen hogen: klōmpǝ hȳǝgǝ (Merselo) De zool van de klomp van zoolbeslag voorzien om de levensduur van de klomp te verlengen. Zie ook het volgende lemma. In Venray (L 210) werden ook klompen die deels al een versleten loopvlak hadden van oude stukken leer of rubber voorzien. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
zomen zomen: zø̜̄wmǝ (Merselo) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zonde zonde: zonde (Merselo) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zonden (Merselo) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zonder voor spitten voor de voet omspaden: vø̜r dǝ vūt˱ [omspaden] (Merselo) Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.] I-1
zonnebloempit zonnekeern: zònnekaer (Merselo) zonnepit III-2-1
zonx blik: JK. cf WNT sub BLIK (I), straal, flikkering Vb. wat stöt dn bliek wer hoeëg vandaag! (wat is het vandaag weer heet!).  bliek (Merselo) zon III-4-4
zoolbeslag hoogsel: hø̜xsǝl (Merselo) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12