e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L426z plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1883
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopvont doopvont: doapfonjt (Holtum) Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater doopwater: duipwater (Holtum, ... ) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
door de modder rollen wentelen: wenšǝlǝ (Holtum) [N 76, 32] I-12
door water het lopen met schoeisel aan dabberen: dabbere (Holtum) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
doordeweekse kleren `s werkeldaagse kleren: sjwerkəldaagsə kléjər (Holtum) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse mis doordeweekse mis: door de weekse mes (Holtum), mis door de week: mes door de wèk (Holtum) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doornenkroon doornen: dø͂ͅrə (Holtum), doornenkroon: deurekroan (Holtum) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3
doorschieter doorschieter: dōršētǝr (Holtum), doorwas: dōrwas (Holtum) Aardappelstruik waaraan zich door overmatige groei steeds nieuwe scheuten en aardappeltjes vormen. [N 12, 9; monogr.] I-5
dorsbed aanleggen aanleggen: ānlęqǝ (Holtum) Het aanleggen van de laag schoven op de dorsvloer; zie de toelichting bij het lemma dorsbed, laag schoven op de dorsvloer (6.1.16). Het object van de handeling is steeds het ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' van het vorige lemma. [N 14, 17b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer bed: bęt (Holtum) Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.] I-4