e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1460
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
graat vlim: vlum (Laar) visgraat III-4-2
gracht graaf: grááf (Laar) gracht [DC 02 (1932)] III-3-1
grapjas komiek: kemiek (Laar) grappenmaker III-1-4
gras gras: grā.s (Laar) De algemene benaming voor het gewas, zo uitvoerig mogelijk gedocumenteerd, zodat in de volgende lemma''s naar deze opgaven en naar de klankkaart kan worden verwezen. Op de klankkaart van het type gras zijn de vormen met betoning niet apart aangegeven; men kan bij dit woord aannemen dat het in het gehele polytone gebied sleeptoon heeft. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht.' [N 14, 88a; JG 1b, add.; Wi 54; S 11; L 1 a-m; L 1u, 75; L 20, 26a; L 35, 65; L. 39, 41; A 2, 54; A 4, 26a; A 4, 28; RND 111; monogr.] I-3
grasmus dubbelteut: döbbeltäöt (Laar), grasmus: graâsmös (Laar), pieperd: piepert (Laar) grasmus III-4-1
graspieper grasmoek: graâsmoeëk (Laar), grasteut: graâstäöt (Laar) graspieper III-4-1
grasveld, bleekveld bleek: bleͅi̯.k (Laar), groes: grōs (Laar) bleekveld, om was te bleken || grasveldje bij het huis, o.a. gebruikt als bleekveld III-2-1
grauwe renet rabauw: grauwe renet; zuur en grijsgroen; met ruwe schil; winterappel;  rebow (Laar) renet, soort appel I-7
grauwe vliegenvanger piepertje: pieperke (Laar), vliegenvangertje: vleegevêngerke (Laar) vliegenvanger, grauwe — III-4-1
grauwe wis grijze wis: grīs wes (Laar) Gedroogde wis die men ongeschild verwerkt. [N 40, 13; monogr.] II-12