e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenplaats cour (fr.): coer (Jeuk), cour-tje: koerke (Jeuk) Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)] III-2-1
binnensmonds praten mommelen: moemele (Jeuk) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten averechts: euverrechts (Jeuk), (Leuven: éverechts).  øverechts (Jeuk), binnenstebuiten: benneste baate (Jeuk) Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)] || binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
binnenwerk van binnen verven: van bęnǝ vɛrvǝ (Jeuk) Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a] II-9
bioscoop cinema: cinema (Jeuk) het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)] III-3-2
bisdom bisdom: bisdom (Jeuk) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: biskop (Jeuk) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bit gebit: gǝbęt (Jeuk), toom: tum (Jeuk) IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10
bits bits: bits (Jeuk, ... ), kortaf: hei es nogal kotaf (Jeuk, ... ), snibbig: hei es nogal sneppig (Jeuk, ... ), sneppig (Jeuk, ... ) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] || Hoe zegt ge << hij is nogal bits, scherp, prikachtig>> in zijn manier van spreken. [ZND 40 (1942)] || vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
bittere scheefbloem patakon (h124): patakons (Jeuk), truweeltje: truweelken (Jeuk) Bittere scheefbloem (iberis amara). De stengel is iets houtig; de bladeren zijn niet overblijvend, behalve soms de allerbovenste, de bladeren zijn tevens getand; de bloemen zijn wit of iets roze en groeien in gewone langwerpige, niet in platte, trossen. V [N 92 (1982)] III-4-3