e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bewolkte lucht bijgetrokken lucht: baaigetrokke loch (Jeuk), overtrokken lucht: euvertrokken locht (Jeuk, ... ), overtrokken (Jeuk), overtrokken lucht (Jeuk) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd bezadigd: bezadigd (Jeuk), content: content (Jeuk) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Jeuk), bezem: be̞ͅsəm (Jeuk) bezem [RND] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: ste̞i̯l (Jeuk) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig zijn kleuteren: Note v.d. invuller: handig, ijverig werker aan: kleutereer een hobby, vb. timmeren: (ww.) = kleuteren.  kleuteren (Jeuk) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek volk: volk (Jeuk) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezoeken (Jeuk), op visite gaan (fr.): (= als de dokter een zieke bezoekt).  op visiet (Jeuk) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd betuttelend: betuttelend (Jeuk) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming flauwte: NB: zwijmel = half slapen.  flauwte (Jeuk) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
biddag biddag: biddag (Jeuk) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3