e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

Gevonden: 4441
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zitting zit: zet (Meeuwen) zitting van een stoel III-2-1
zitvlak van een broek gerei: kruisnaad  grèèj (Meeuwen, ... ), kontennaad: kruisnaad  kóntenaot (Meeuwen), kruis: kries (Meeuwen, ... ), zolder: zoller (Meeuwen, ... ) het kruis van de broek (zolder, kont, kruis, schreej enz.) [N 59 (1973)] III-1-3
zo eenvoudig als ... zo simpel als twee en twee vier is: zu simpel es twie en twie veer is (Meeuwen) Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)] III-1-4
zoethout klishout: klishuit (Meeuwen), zoethout: ze.thɛi̯t (Meeuwen) kalissehout en verdikte staven van zwarte drop || zoethout: gedroogde wortelstok van een plant III-2-3
zogen, voeden (overg.) de borst geven: de borst geven (Meeuwen) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] III-2-2
zolder zoller: zoͅlər (Meeuwen, ... ) zolder [ZND 27 (1938)] III-2-1
zolder boven de dorsvloer overschelf(t): īǝ.vǝr[schelf(t)] (Meeuwen) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zomen zoom inleggen: zø̜jm enlɛ̄gǝ (Meeuwen) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zondagse kleren `s zondagse kleren: Sub zondags.  sonəxsə} [klɛijər (Meeuwen) zondagse kleren III-1-3
zonder opzet onvrijwillig: onvriweləx (Meeuwen) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4