e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L164p plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zondagse kleren zondag, de -: B.v. Hïj had vandemé.n de zóndag nog én.  de zóndag (Gennep), zondagsgerei: Sub zóndags.  zóndagsgrèj (Gennep) zondagse kleren III-1-3
zonde zonde: zŭnt (Gennep) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zŭnt (Gennep) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zonder opzet niet expres: nie èksprès (Gennep) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4
zonder voor spitten voor de hand spaden: vø̜r dǝ hãnt [spaden] (Gennep) Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.] I-1
zonder zeil zonder zeilen: zǫndǝr zęjlǝ (Gennep) Zonder zeilen draaien. In l 432 gebeurde dit bij zware storm. [N O, 7k; A 42A, add.] II-3
zonder zeilen en windborden zonder stormplanken: zǫndǝr stø̜rǝmplɛŋk (Gennep) In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 7l] II-3
zool van een schoen zool: zaol (Gennep) schoenzool III-1-3
zoom zoom: zø̄m (Gennep) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif zoom: zōm (Gennep) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13