e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gerdingen

Overzicht

Gevonden: 508

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boodschappenmand commissiekalbas: kǝmesikǝlbas (Gerdingen), kalbas: kǝlbas (Gerdingen), korfje: kø̜rfkǝ (Gerdingen) Hengselmand waarmee de boodschappen worden gedaan. [N 20, 50; N 40, 111; N 40, 113; N 40, add.; monogr.] II-12
boomwagen huts: hets (Gerdingen) Een kar die bestaat uit twee grote wielen, een as en een lange dissel. Deze kar wordt gebruikt om bomen en andere lange, zware voorwerpen te vervoeren, die men onder de as met een ketting bevestigt. De as tussen de wielen is niet recht, maar als een halve cirkel naar boven gebogen. De boomstam wordt boven in de halve cirkel opgehangen. De boomwagen wordt meestal door twee paarden.getrokken. In het grootste deel van Belgisch Limburg gebruikt men voor de boomwagen een benaming die tot het woordtype huurst kan worden herkend (zie Verstegen 1940). Omdat dit type zoveel vervormingen kende, is het hieronder opgesplitst in drie ondertypes (huts, uts, nuts). [N 17, 6 + 15b; N G, 51; N 50, 12b; JG 1d; L 1a-m; L 14, 20; L 32, 83; monogr.] I-13
borstkas borst: borst (Gerdingen) een borst [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
boter botter: butǝr (Gerdingen), bytǝr (Gerdingen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
bouwland veld: vęljtj (Gerdingen), vęlt (Gerdingen) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
braken braken: [gewoon]  brākə (Gerdingen), kalvertjes bouwen: [schertsend]  həi hət mòtə keͅivərkəs bewə (Gerdingen), kotsen: [plat]  kotsə (Gerdingen), spijen: [gewoon]  spiə (Gerdingen) geef de gemeenzame woorden en uitdrukkingen voor overgeven, braken; geef aan tussen twee haakjes of ze gewoon , plat, schertsend, enz. gebruikt worden. [ZND 28 (1938)] III-1-2
brandhout stoofhout: stoofhout (Gerdingen) [Lk 02 (1953)] I-7
breken breken: brēͅkə (Gerdingen) breken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
brengen brengen: breŋə (Gerdingen) brengen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
breuk breuk: brī:k (Gerdingen) een breuk [ZND A2 (1940sq)] III-1-2