e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Egchel

Overzicht

Gevonden: 570
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weer naar het jaargetijde kranenzomer: kranezomer (Egchel) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: waerlicht (Egchel), wéérlicht (Egchel) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] || weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] III-4-4
werkdag werkdag: swerdesdinge (Egchel), swerdesse kleijer (Egchel) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-3-1
werkschoen bouwschoen: bòwsjoon (Egchel), landschoen: lanksjoon (Egchel) ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)] III-1-3
wervelwind wervelwind: wervelwindj (Egchel), windhoos: windjhoos (Egchel) wervelwind [hauwmauw, remouw, hauw, ow, mouwmeuke, windroes] [N 22 (1963)] III-4-4
wijde regenmantel zonder mouwen cape (eng.): keep (Egchel) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
windhoos remouw: uitspraak: re(ù)-mo.  remo (Egchel) klein windhoosje, dwarrelig van bladeren en zand [echelstaart, keujmenke] [N 22 (1963)] III-4-4
winterkleren winterkleren: wintjer kleijer (Egchel) winterkleren [N 23 (1964)] III-1-3
wisselvallig weer t weer staat te luimen]: wisselvallig waer (Egchel) niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] III-4-4
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen ondermuts: óngermŭts (Egchel) muts, witte kanten ~ waarop een sierkrans wordt gedragen {afb} [kroezel-, frul-, froezel-, krul-, poffermuts] [N 25 (1964)] III-1-3