e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wastobbe, wasteil buut: buut (Waubach), tijn: tièng (Waubach, ... ) teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
wasvrouw wasvrouw: wesj vrouw (Waubach), wesjvrouw (Waubach), waswijf: wesjwiehf (Waubach) Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] III-2-1
waterbeits beits: bęjts (Waubach) Waterige kleurstof voor hout die gedeeltelijk in de houtvezels trekt. [N 67, 25a; monogr.] II-9
waterblaas waterblaas: wātǝrblǭs (Waubach) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdamp, wasem zwadem: sjwaam (Waubach) Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)] III-2-1
waterdichte laars waterstevel: watersjtiēvel (Waubach) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterdoorbraak waterdoorbrok: wātǝrdørxbrux (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]) Doorbraak van water in bijvoorbeeld een mijngang. [N 95, 893; monogr.] II-5
watergalerij waterstrek: wātǝrštrɛk (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), zompstrek: zompštrɛk (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) Galerij die alleen dient voor het verzamelen, volgens de invuller uit Q 113 daarnaast ook voor de afvoer van mijnwater als uitbreiding van de schachtput (zie ook het lemma Schachtput). [N 95, 378; monogr.] II-5
watergoot zouw: zǫw (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]) Open watergoot die beneden langs de zijwand van de steengang of galerij loopt. De goot ligt lager dan de rest van de vloer van de gang en wordt meteen bij het drijven ervan meegeschoten. [N 95, 787; N 95, 790; monogr.] II-5
waterhoen waterhoentje: waterhunke (Waubach) waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)] III-4-1