| 20790 |
beschuit |
beschuit:
1a-m
bəsjy(3)̄t (Q173p Genoelselderen),
mesjuut (Q173p Genoelselderen)
|
beschuit [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
| 33166 |
besjes aan de aardappelplant |
aardappelenzaad:
jadapǝlzu̯ǫt (Q173p Genoelselderen)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
| 18845 |
beteuterd |
verslagen:
he stoen versloage (Q173p Genoelselderen),
ook materiaal znd 32, 67
verslaage (Q173p Genoelselderen)
|
beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|
| 21516 |
betrappen |
pakken:
pakke (Q173p Genoelselderen)
|
betrappen [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
| 18157 |
betten van een wonde |
baden:
bē (Q173p Genoelselderen)
|
een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
| 24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
by(3)̄k (Q173p Genoelselderen),
beukenboom:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
bukeboom (Q173p Genoelselderen)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
| 20786 |
beurs, overrijp |
fauxcas:
vōkak (Q173p Genoelselderen),
te rijp:
te raip (Q173p Genoelselderen)
|
beurs [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
| 25107 |
bewolkte lucht |
overtrokken lucht:
een jevertrokke log (Q173p Genoelselderen),
jəvertrokke log (Q173p Genoelselderen)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)]
III-4-4
|
| 18839 |
bezadigd |
bezadigd:
ook materiaal znd 21, 18
bezaodigde (Q173p Genoelselderen),
bəzoadəgdə man (Q173p Genoelselderen)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
| 19613 |
bezem |
bezem:
bɛsəm (Q173p Genoelselderen, ...
Q173p Genoelselderen)
|
bezem [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|