e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Chevremont

Overzicht

Gevonden: 777
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veiligheidskleding veiligheidskleder: vęjlexhęjtsklęjǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Veiligheid is een sleutelwoord in de mijnen. Wilhelminaar men zich ook bevindt, bij alles wat men doet, bij alle voorwerpen die men in handen neemt, steeds moet men de veiligheid in acht nemen. Voor de aanvang van de dienst als men zich verkleed heeft, moet men nagaan of de kleding in orde is en of de nodige beschermingsmiddelen aanwezig zijn en of ze in goede staat verkeren. Het is verboden om ondergronds met ontbloot bovenlichaam te werken (MBK V pag.143). Goede kleding beschermt de mensen tegen de wisselende temperatuur. Loshangende en gescheurde kleding vergroot de kans op ongelukken. [N 95, 881] II-5
veiligheidslamp benzinlamp: bɛnzīnlamp (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]), benzinslamp: bɛnzīnslamp (Chevremont  [(Julia)]   [Wilhelmina]) Benzinemijnlamp, werd vroeger gebruikt voor de verlichting ondergronds. Tegenwoordig dient hij om te controleren of er mijngas op het werkpunt aanwezig is. De benzinelamp berust op de ontdekking van de Engelse natuurkundige Davy. Deze stelde vast, dat een gasvlam niet door een stuk fijn gaas sloeg, wanneer hij dit gaas boven de vlam hield; zelfs niet wanneer er mijngas boven dit gaas aanwezig was. Een benzinelamp kan dus tijdelijk in een mengsel van lucht en mijngas branden, zonder dat dit mengsel ontstoken wordt (Handb. H. pag. 17). Op de mijn Maurits maakten volgens de invuller uit Q 15 de schiethouwer en de meesterhouwer gebruik van de veiligheidslamp, terwijl de dienstdoende opzichter in het bezit was van een koperen veiligheidslamp (zie het lemma Koperen Mijnlamp). [N 95, 242; N 95, 263; monogr.; Vwo 112; Vwo 717] II-5
veiligheidspal van de stijlentrekker veiligheidspal: veiligheidspal (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De veiligheidspal verhindert dat het huis kan terugschieten wanneer met de stijlentrekker gewerkt wordt. [N 95, 594] II-5
veiligheidsspringstof veiligheidsspringstof: veiligheidsspringstof (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), wettercarboniet: wɛtǝrkarbonit (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Springstof waarvan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld dynamiet, de ontploffingstemperatuur zo laag is dat eventueel plotseling ontsnappend mijngas daardoor niet ontstoken kan worden. Wat betreft het woordtype "s.g.p." (L 417, Q 3), afkorting van Sécurité, Grisou, Poussières, deze term wordt gebruikt voor een soort springstof die met name in de buurt van koollagen wordt toegepast (Defoin pag. 138). [N 95, 417; N 95, 419; monogr.] II-5
veiligheidsvloer veiligheidsvloer: veiligheidsvloer (Chevremont  [(Julia)]   [Zolder]) Vloer samengesteld uit op het bovenste raam van een in aanleg zijnde opbraak naast elkaar gelegde balken. Het boorwerk en het aanbrengen van de opbraakramen wordt verricht vanaf de veiligheidsvloer. Bovendien wordt onder de veiligheidsvloer, op de werkvloer, beschutting gezocht tijdens het schieten (Defoin pag. 127). De "schietbeun" (Q 21 , Q 121c) bestond uit schuinstaande ijzeren stijlen, die werden opgevuld met dikke houten planken balken van 14 x 14 cm. [N 95, 371; N 95, 416; monogr.; Vwo 118; Vwo 816; Vwo 817] II-5
vensterbank vensterbank: venstǝrbaŋk (Chevremont  [(idem)]  ) Min of meer breed houten of stenen dekstuk aan de binnenzijde van een raam op hoogte van de onderdorpel. Zie ook afb. 57b. Een stenen vensterbank werd in P 48 van 'arduin' ('ardø̜̄n'), in K 314 van 'arduinsteen' ('ardoanstiǝn'), in L 366 van naamse steen en in K 317 van 'marmer' ('męlǝbǝr') vervaardigd. [N 55, 44b; S 39; L 8, 37b; L 31, 12b; L B1, 168; A 46, 10c; monogr.] II-9
vensterluiken blinden: bleŋ (Chevremont), vensterslagen: venstǝršlē̜ǝx (Chevremont  [(idem)]  ) Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.] II-9
verband verband: dǝr vǝrbaŋk (Chevremont) De wijze waarop men bij het metselen van muren de stenen op en naast elkaar plaatst. [monogr.] II-9
verbandkamer verbandsboede: vǝrbantsbūt (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) Ruimte bovengronds waar onder leiding van een bedrijfs- of mijnarts verwondingen behandeld kunnen worden. [N 95, 26; N 95, 951; N 95, 952; monogr.] II-5
verbandmeester verbandsmeester: vǝrbantsmēstǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951] II-5