e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289* plaats=Boshoven

Overzicht

Gevonden: 811
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vismand buiker: bȳkǝr (Boshoven) Een meestal uit grauwe wissen vervaardigde mand om verse vis in te bewaren en te vervoeren. [N 40, 95; N 40, 103; monogr.] II-12
vlaaischotel vlaaischotel: vlaaischotel (Boshoven) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlas braken braken: brākǝ (Boshoven) Het pletten van de vlasstelen, om de houtachtige delen te verwijderen. [monogr.; add. uit N 48, 16a] I-5
vlasbraak braak: brāk (Boshoven) Toestel om vlasstengels te pletten. De zwing is een langwerpige afgeronde plank met een handvat om de "scheven" (vergelijk het lemma Hede-, Vlas- of Hennepafval) van het vlas los te slaan. [monogr.; add. uit N 48, 16b] I-5
vlasrepel reep: rē̜p (Boshoven) Kam gebruikt bij het repelen. I-5
vlechttwijgen tuingeerdjes: tūngęrtjǝs (Boshoven) De twijgen die horizontaal door de vlechtlatten worden gevlochten. [N 4A, 53b; N 31, 45d; monogr.; div.] II-9
vleeskoe vleesbeest: vlɛi̯sbīǝst (Boshoven) Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149] I-11
vleiwoord tot de zogende zeug kuus, kuus, kuus: kus, kus, kus (Boshoven) Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c] I-12
vlekziekte brand: brānt (Boshoven) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vliegenraam, hor hortje: hoͅrtjə (Boshoven) vliegengaas, hor III-2-1