23251 |
tweede luiden voor de mis |
inluiden:
yənluejə (P195p Gutshoven),
tampen:
tampə (P195p Gutshoven),
trommelluiden:
tr(oe)məl(eu)jə (P195p Gutshoven)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
33597 |
ui, ajuin |
djaan:
djoən (P195p Gutshoven),
džōͅə.n (P195p Gutshoven)
|
ajuin [ZND 01 (1922)] || ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33788 |
uier |
uier:
ø̄ǝr (P195p Gutshoven)
|
De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.]
I-11
|
24260 |
uil |
uil:
øŭəl (P195p Gutshoven)
|
uil [ZND m]
III-4-1
|
19652 |
uit de as gezeefde kolen |
spikkolen:
spikkuələ (P195p Gutshoven)
|
Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)]
III-2-1
|
17854 |
uitglijden |
uitslibberen:
ouətslibbərə (P195p Gutshoven)
|
uitglijden [ZND 24 (1937)]
III-1-2
|
21452 |
uitnodigen |
uitnoden:
oətnøijə (P195p Gutshoven)
|
uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21445 |
uitschelden |
uitmaken:
imand aotmaokə (P195p Gutshoven),
verwijten:
imand vərwɛjətə (P195p Gutshoven)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
18808 |
vanzelfsprekend |
natuurlijk:
das natörlək (P195p Gutshoven)
|
Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
fɛ:stəlu.uvət (P195p Gutshoven)
|
vastenavond [RND]
III-3-2
|