e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bijmusje koolmees, mees:   beimuske (Sint-Huibrechts-Lille), beimuskə (Sint-Huibrechts-Lille), beimüske (Houthalen, ... ), beͅimø̄skə (Hamont), bi-jmöske (Altweert, ... ), biejmöske (Nunhem, ... ), biemuiske (Amby), biemus(chke) (Kaulille), biemuschke (Kaulille), biemuske (Bree, ... ), biemusken (Overpelt), biemösjke (Susteren), biemöske (Baexem, ... ), biemøͅuske (Bocholt), bijmuschke (Helchteren, ... ), bijmuske (Overpelt, ... ), bijmøͅskə (Wijchmaal, ... ), bimeͅskə (Opglabbeek), bimøskə (Overpelt, ... ), bäjmø͂ͅskən (Achel), bɛjmø͂ͅskən (Achel), #NAME?  beimöske (Heel), herkomst: als ze in de winter geen voedsel meer vinden kloppen ze de bijen uit de korven en vatten ze wanneer ze de korf verlaten; Frings, omgesp.  beͅimøͅskən (Achel), is wel mus en niet mees; vgl. vr. 1  bimeͅskə (Opglabbeek), mezen kloppen met hun snavel s winters tegen bijenkorven, waardoor de bijen naar buiten komen en opgepikt worden.  bi-jmöske (Nederweert), soms ook döbbel —  biemöske (Weert), voor alle mezensoorten  bi-jmöschke (Weert), kuifmees:   bi-jmöske (Nederweert), matkopmees:   bi-jmöske (Nederweert), pimpelmees:   biemuske (Gennep, ... ), biemöske (Haelen, ... ), bijmuske (Eksel), bijmusken (Eksel), bimøskə (Overpelt, ... ), bimøͅskə (Kaulille), bīēmöske (Boukoul, ... ) III-4-1