e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
buffelen bits: vgl. Maastricht Wb. (pag. 56): buffelen, a) eten, schransen, schrokken; - b) schelden, mopperen inz. in de ss. oetbuffele uitkafferen, de huid volschelden, razen en tieren.  buffele (Maastricht), met kleine hapjes eten:   buffele (Maasbree, ... ), buffelen (Heerlerbaan/Kaumer), schaften:   bøfǝlǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Eisden]), schelden, schimpen: vgl. Maastricht Wb. (pag. 56): buffelen, a) eten, schransen, schrokken; - b) schelden, mopperen inz. in de ss. oetbuffele uitkafferen, de huid volschelden, razen en tieren.  buffele (Maastricht), schransen: Bargoens Dao hep ich nog ¯s lekker gebuffeltj  buffele (Altweert, ... ), schrokken:   buffele (Gulpen, ... ), buffelen (Gennep), buffellə (Klimmen), buffelə (Venlo, ... ), buffələ (Heerlen, ... ), böffelə (Oirsbeek), bøfələ (Castenray, ... ), bûffele (Schimmert), smullen:   buffələ (Grevenbicht/Papenhoven), stinken:   buffele (Venlo) II-5, III-1-1, III-1-4, III-2-3, III-3-1