e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
klak baret:   klak (Panningen), fluim: WNT: klak (III): - kwak, klodder, klad, spat, smet, vlek enz.  klaak (Bree, ... ), halfhoge pet met opstaand bovenstuk:   klak (Beringen), hoed: spotnamen:   klak (Mal, ... ), hoge pet met opstaand bovenstuk: i.e. pet.  klak (Vliermaal), muts: algemeen:   klak (Beringen, ... ), pet met brede klep:   klak (Beek, ... ), pet met opstaand bovenstuk:   klak (Hasselt, ... ), V.d. boeren.  klak (Beringen), pet: algemeen:   kla.k (Borgloon, ... ), klak (Achel, ... ), klak(ə) (Bocholt), klaok (Opglabbeek), klāk (Leopoldsburg), klep (Ospel), klàk (Hechtel, ... ), klâ.k (Hechtel), klâk (Gronsveld), kläk (Sint-Truiden, ... ), <Fr. clacque, o.a. klephoed.  klak (Gronsveld), [Oorspr. opg. lulak -> (moeilijk leesbaar/1e letter misgelezen?) -> klak, rk]  klak (Weert), fluutsklak = oud, versleten klak  klak (Meeuwen), Fr. chapeau-claque.  klak (Hasselt), klák (Zonhoven), Fr. clacque.  klak (Tungelroy), informant: is zeer oude uitdrukking  klak (Maasniel), kalpein = ronde muts zonder klep  klak (Kozen), klak = met klep  klak (Bilzen), klak = met klep moets = zonder klep  klak (Ulbeek), klak = met klep muets = zonder klep  klak (Wimmertingen), klak = voor mannen gewoonlijk met klep pots = jongelingen  klak (Beringen), Klak staat in verband met klakken (= klapperen een klak moet dus een speciaal soort pet geweest zijn die een klappend geluid veroorzaakt. Zie W. Roukens IA, p.195. Zie ook Schuermans I, p. 244, kol. b.: hij denkt ook aan het geluid dat een klak veroorzaakt, nl. door de klep(visière). Vgl. ook P.A.F. van Veen, Etymologisch Woordenboek. Van Dale Lexicografie, Utrecht, 1989: klak < fr. (chapeau) claque van claque (= klap met de vlakke hand, klanknabootsing).  klak (Achel, ... ), klak voor mannen muts voor schooljongen  klak (Kerkom), loef = ouw klak  klak (Zutendaal), Met klep aan.  klak (Berg), Met klep.  klak (Houthalen), moets = alpenmuts  klak (s-Herenelderen), moets = zonder klep  klak (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), muts = zonder klep  klak (Kortessem, ... ), muts; müts  klak (Hushoven), møts = voor kinderen kalot = muts met klep voor mannen (veel genruikt)  klak (Moelingen), møts = zonder klep en voor jongenspet  klak (Kanne), Pet.  klak (Opglabbeek), poets = rond en zonder klep  klak (As), pooets = bérèt der kinderen  klak (Niel-bij-As), pots = alpenmuts klots = barret  klāk (Lanaken), pots = doosvormig mits = tootvormig  klak (Peer), potske = zonder klep  klak (Overpelt), puts = ronde muts met n randje - schoolkinderen  klak (Bocholt), pät = met klep  klak (Sint-Huibrechts-Lille), rond met klep aan muts; müts  klak (Weert), rond met stijve klep  klak (Weert), Zeldzaam.  klak (Wilderen), petje:   klak (Houthalen), vlak, gelijk:   klak (Horn), zweep:   klak (Beverst, ... ), zweep van de koeherder:   klak (Hoeselt) I-10, I-11, II-9, III-1-2, III-1-3, III-4-4