e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden haan kapuin: kapūŋ (Achel) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk schaap gesneden bok: gǝsnęi̯ǝ bǫk (Achel), hamel: hā.mǝl (Achel) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bęrx (Achel), bɛrx (Achel), bɛ̄.rǝx (Achel) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken gelt: gilt (Achel), gęlt (Achel) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
gesp gasp: gāsp (Achel), gesp: Iets langere /a/.  gasp (Achel), oog en haak: ŭəX eͅn hōͅk (Achel) Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] II-7, III-1-3
gespeend veulen gespeend veulen: gǝspent ˲vø̄.lǝn (Achel) Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b] I-9
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen dammer: dāmǝr (Achel) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven voorstuk van een overhemd borst: bōͅrst (Achel) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestichte mis gelezen stichting: gelezen stichting (Achel), gezongen stichting: gezongen stichting (Achel) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Achel) de getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt] [N 112 (2006)] III-3-2