e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
godsdienstonderricht op zondag catechismus van volharding: katechismus van volharding (Achel) Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: godslamp (Achel) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: godslasteren (Achel) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslastering: godslaastering (Achel) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goed liggen goed: gut (Achel) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed passen goed passen: guwt pāsǝ (Achel) Goed zitten of passen, gezegd van een kledingstuk. [N 62, 26a; MW] II-7
goed uit de weg kunnend vlot: vlǫt (Achel) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9
goedaardige droes droes: druu̯s (Achel) Een infectieziekte in de keelstreek die vooral jonge paarden aantast. Tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte verloopt ongeveer √®√®n week. Dan treedt koorts op, gepaard met ontsteking van het neusslijmvlies, waarbij veel slijm wordt afgescheiden, dat na enkele dagen etterig wordt. Typisch voor deze ziekte is de klierzwelling tussen de beide takken van de onderkaak; snel wordt de gezwollen klier dan week, verettert en breekt door. Gewoonlijk verloopt de ziekte goedaardig. [A 48A, 28b; N 8, 89 en 90a; N 52, 15b, 24 en 25; monogr.] I-9
goede vleeskoe klaskoe: klasku (Achel) Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b] I-11
goede vrijdag goede vrijdag: goeie vrideg (Achel) De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)] III-3-3