e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaarring ring: (mv)  reŋ (Achel) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jacquetjak jak: jak (Achel) jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)] III-1-3
jacquetpak fantasiepak: fantəzi(pak) (Achel) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak jak: jak (Achel) vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jaloers pikantig: bekaantig (Achel) afgunstig, sterk jaloers, met de bijgedachte aan nijdig III-1-4
jarretelle jarretelle (fr.): šarteͅlə (Achel) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen jas: hiej is voader zijnen jas, moeder heur geld, vajder wijn koen en voader zijnen hoond (Achel), jas (Achel) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeͅskə (Achel) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jassenscholk: jasəsXoͅlk (Achel) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jeneverbes bekelaar: bèkelèër (Achel) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] III-4-3