23569 |
jonge koorzanger |
zangertje:
zengerkes (L282p Achel)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vrijer (L282p Achel)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
windbloes:
wendblous (L282p Achel)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18579 |
jongenshemd |
jongenshemd:
jongenshimd (L282p Achel)
|
Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
kindje:
kiendje (L282p Achel)
|
jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|
17607 |
jukbeen |
jukbeen:
jukbiejen (L282p Achel),
koon:
koon (L282p Achel)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon, jukbeen, wangbeen). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
33958 |
jukriem |
disselriem:
desǝlrim (L282p Achel
[(tweespan komt vrijwel niet meer voor)]
)
|
Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12]
I-10
|
18707 |
jumper |
jasje:
jeͅSKə (L282p Achel)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
Anna⁄s kliejet is veul langer as da van Mieke (L282p Achel),
een blauw klieëd (L282p Achel),
i blauw klied (L282p Achel),
katoene kliejd (L282p Achel),
ketoene klieëd (L282p Achel),
klīəd (L282p Achel)
|
blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
jus:
ju (L282p Achel),
saus:
Syst. Frings
sau̯s (L282p Achel),
vleesnat:
vleschnaet (L282p Achel)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] || vleesnat, jus [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|