e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korhoen korhaan: koͅrhoͅən (mann.) (Achel), korhen: keͅrhen (vrouw.) (Achel) korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)] III-4-1
korporaal korporaal: kerpráol (Achel), korperaol (Achel) korporaal [ZND 36 (1941)] III-3-1
korset korset (<fr.): koͅrsè (Achel) korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] III-1-3
korst korst: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  korst (Achel), kruid: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  kroet (Achel) eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)] III-2-3
kort geknipt haar stoppeltjes: stoepelkes (Achel) Overal kort geknipt hoofdhaar [tieters, stoppelen] [N 114 (2002)] III-1-1
kort onderrokje poeprokje: puprøͅkskə (Achel) onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig dempig: dempig (Achel) hij is dempig (kan moeilijk ademen) [ZND 23 (1937)] III-1-2
korte broek korte boks: koͅrtə boͅks (Achel) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte laars get: ge(i)t (Achel), gêt (Achel), stevel: stivəl (Achel) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] || Laars, een paar laarzen (laars die alleen het been bedekt tussen enkel en knie) [ZND 37 (1941)] III-1-3
korte onderbroek? onderboksje: oͅndərbəkskə (Achel) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3