e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
misboek op het altaar misboek: misboek (Achel) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar misdienaar: misdiener (Achel, ... ), ne misdiener (Achel) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3
misdienaarstoga misdienaarskleren: misdienersklier (Achel) De rode of de zwarte toog van een misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
misintentie misintentie: misintentie (Achel) Een misintentie. [N 96B (1989)] III-3-3
miskleren miskleren: misklier (Achel) De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)] III-3-3
miskraam miskraam: miskroam (Achel), misval: misval  misvaal (Achel) miskraam || Te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 115 (2003)] III-2-2
missaal missaal: missaal (Achel) Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missie missie (<fr.): missie (Achel) Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missiekruis missiekruis: missiekruus (Achel) Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mist, nevel (alg.) mist: mist (Achel), mist (m.)  mIst (Achel), moek: mok (Achel), t’is veul mok (Achel) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist, nevel [ZND 39 (1942)] III-4-4