23803 |
paaskaars |
paaskaars:
powskers (L282p Achel)
|
De op Paaszaterdag gewijde kaars, de Paaskaars [oeësterkeëts, poaësjkeëts]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23800 |
paaszaterdag |
paaszaterdag:
powszaoterig (L282p Achel)
|
Goede Zaterdag, Paaszaterdag [Kaarzamstiech]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21689 |
pacht? |
pacht:
ps. omgespeld volgens IPA.
paxt (L282p Achel)
|
pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21690 |
pachten |
pachten:
ps. omgespeld volgens IPA.
pāxtən (L282p Achel)
|
pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24534 |
paddestoel (alg.) |
paddestoel:
padəstul (L282p Achel),
eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040
paddestoel (L282p Achel)
|
paddestoel [RND], [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
opgeblazen (dik):
oͅpxəbloͅəzən (L282p Achel),
papperig (dik):
papərex (L282p Achel, ...
L282p Achel),
pappig:
papəx (L282p Achel)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18240 |
paillette |
kraaltje:
Vroeger zei men kreulekes, nu pailetten.
kreulekes (L282p Achel),
paillette:
paillette (L282p Achel),
paillette (fr.):
paletten (L282p Achel),
Vroeger zei men kreulekes, nu pailetten.
pailetten (L282p Achel)
|
Kent U de volgende benamingen van versieringen, hoe spreekt U ze uit, wat wordt ermee bedoeld: paillette? [N 62 (1973)] || Pailletten. Een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 114 (2002)] || Versiering voor kledingstukken. Glinsterend schijfje met in het midden een gaatje. [N 62, 60b]
II-7, III-1-3
|
18170 |
pak, kostuum |
pak:
pak (L282p Achel)
|
kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24489 |
palmboompje |
palm:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
palm (L282p Achel),
palmboompje:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
palmbjömke (L282p Achel)
|
palmboompje [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
23791 |
palmbosje |
palmtakjes:
palmtekske (L282p Achel)
|
Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|