18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
kəloͅtšə (L282p Achel)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
binneste boewten (L282p Achel)
|
Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
benətēͅs (L282p Achel)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
cinema (L282p Achel),
cinema: België.
sinəma (L282p Achel)
|
Film - cinema - bioscoop: naar de film gaan. || het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (L282p Achel)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
bisschop (L282p Achel)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gǝbē.t (L282p Achel)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
33938 |
bitringen |
ringen:
reŋ (L282p Achel)
|
De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44]
I-10
|
19352 |
bits |
bars:
barsch (L282p Achel, ...
L282p Achel),
kortaf:
hij is nogal kortaaf (L282p Achel, ...
L282p Achel)
|
Hoe zegt ge << hij is nogal bits, scherp, prikachtig>> in zijn manier van spreken. [ZND 40 (1942)]
III-1-4, III-3-1
|
33937 |
bitstang |
stang:
staŋ (L282p Achel),
stanggebit:
staŋgǝbē.t (L282p Achel)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|