17963 |
spartelen |
spartelen:
spartelen (L282p Achel, ...
L282p Achel)
|
Spartelen: met de armen en benen heen en weer slaan (spartelen, spattelen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
30561 |
speciebord |
plekbord:
plɛk˱bǫrt (L282p Achel)
|
Rechthoekig plankje met aan de onderzijde een handvat, van waaraf men de specie tegen de muur strijkt of in de voegen drukt. Zie ook afb. 87. De 'sperwer' bestaat uit een houten draagvlak dat is gemonteerd op een houten steel die naar onderen toe breder uitloopt en zo is uitgehold dat men hem op een knie kan zetten. Het draagvlak is bestemd voor de specie waarmee het plafond werd bepleisterd. De 'sperwer' werd in Q 121 ook 'pleisterstoel' genoemd (Lochtman, pag. 22). [N 30, 10; N 30, 9; monogr.]
II-9
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spuwen:
spo.uən (L282p Achel),
tuffen:
töfə (L282p Achel),
tøfən (L282p Achel)
|
(speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23178 |
speelgoed |
speelgoed:
Sub speculatie: Van sinderkloas haauw ie speulgoed en spikloatie gekregen.
speulgoed (L282p Achel)
|
[Speelgoed].
III-3-2
|
22384 |
speelkaart |
kaart:
Sub tuisen: B.v. Willen we nog es toesen mèi de koart(en)?
koart (L282p Achel)
|
[Kaart, speelkaart].
III-3-2
|
20287 |
speen |
tutter:
tuuter (L282p Achel)
|
speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dē.m (L282p Achel),
dēm (L282p Achel)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (L282p Achel, ...
L282p Achel),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
spek (L282p Achel)
|
spek [Goossens 1b (1960)], [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20702 |
spekpannenkoek |
spekkoek:
spekkoek (L282p Achel, ...
L282p Achel),
pannekoek met spek in het midden
spekkoek (L282p Achel),
Syst. Frings
spɛkkuk (L282p Achel)
|
pannenkoek [ZND 40 (1942)] || Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18390 |
speld |
kopspelde:
kopspɛl (L282p Achel)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|