e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koerstuul (Achel) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stof stof: stof (Achel) Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] II-7
stofblik stofblik: stofblek (Achel), vuilblik: voelblik (Achel) Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] III-2-1
stofdoek stofvod: stoͅf˃voͅt (Achel) een stuk doek dat gebruikt wordt om meubels af te stoffen [ZND 34 (1940)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: sloͅfə (Achel) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen stokje: znd 23, 60c;  stükske (Achel), wisje: znd 23, 60c;  wisken (Achel) stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)] III-2-2
stola lange das: laŋə das (Achel), stool (<lat.): stool (Achel) De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
stolp stolp: stølp (Achel) kaasstolp [N 20 (zj)] III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: stulp (Achel) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stomphoorns slechte hoorns: slɛxtǝ hōrns (Achel) Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c] I-11