e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
wisje boeket: WBD/WLD  ’ne wusje (Caberg), WLD  wésjke (Born), bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt:   wø̄skǝ (Heerlerheide), bussel kort stro:   wēskǝ (Helden), dot pluizen of haren:   wèskə (Grathem, ... ), garde:   wieske (Venray), wiske (Jeuk, ... ), wiskə (Kelpen), gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt:   wi-jǝskǝ (Wellen), wiskǝ (Diepenbeek), handvol hooi, pluk hooi:   weškǝ (Berg), wø̜̄škǝ (Klimmen), wēskǝ (Milsbeek, ... ), węi̯skǝ (Borgloon), węskǝ (Ell, ... ), koekenhort, vlaaienhort:   weskǝ (Heppen, ... ), weskǝn (Tessenderlo), wesʔǝn (Lommel), wiskǝ (Voort, ... ), wiǝskǝ (Gutschoven), węskǝ (Genk), kussentje op het hoofd: WNT: wisch (I), 2) Klein kussen bestaande uit een ineengedraaiden bundel of krans van linnen (of stroo), dat bij het dragen van lasten of het hoofd wordt gelegd. Veroud. doch gewest. nog aangetroffen. vgl. Van Dale II. wis.  wi.skə (Tongeren), lange dunne tak: WBD/WLD  wĭĕskə (Nieuwenhagen), stok of twijg om een kind te straffen:   wiske (Eksel), znd 23, 60c;  weeskə (Hamont), wischke (Bree), wisekke (Neerpelt, ... ), wiske (Beverlo, ... ), wisken (Achel, ... ), wusjke (Rekem), wéskə (Peer), twijg:   we ̝skǝ (Heppen), weskǝ (Beringen, ... ), weškǝ (Maasmechelen, ... ), wi ̞skǝ (Mopertingen), wi.skǝ (Membruggen), wiskǝ (Berg, ... ), wī.skǝ (Borgloon, ... ), wis gras om te zavelen:   wisje (Kozen, ... ), węskǝ (Gingelom, ... ) I-10, I-3, I-4, I-9, II-1, II-12, III-1-3, III-2-2, III-4-3, III-4-4