24255 |
tochtig |
lopig:
lyǝpex (L282p Achel),
lyǝpǝx (L282p Achel),
rits:
rets (L282p Achel, ...
L282p Achel)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-11, I-12
|
33652 |
toegang tot akker |
ingat:
engǫǝt (L282p Achel),
ēnǝgǭǝt (L282p Achel)
|
[N 11, 8]
I-8
|
21565 |
toegangsprijs |
toegangsprijs:
den toegangspriejs is iene frang (L282p Achel)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
19663 |
toilet |
huisje:
hyskə (L282p Achel)
|
wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
17859 |
tollen |
dol draaien:
dul dreijen (L282p Achel)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33594 |
tomaat |
tomaat:
tomat (L282p Achel),
təma.tə (L282p Achel)
|
[ZND 34 (1940)]tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
19542 |
tondeldoos |
tondelpot:
tentəlpoͅt (L282p Achel)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22658 |
toneelspel |
concert (fr.):
Vroeger.
conzeir (L282p Achel),
toneel:
Vroeger conzeir.
teniel (L282p Achel)
|
een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
laten kieëken (L282p Achel),
loaten kieken (L282p Achel, ...
L282p Achel)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
n voel tong (L282p Achel),
toŋ (L282p Achel),
toͅŋ (L282p Achel),
zien tong is angelojen (L282p Achel),
zien tong is angeslagen (L282p Achel),
zijn tong is aongeloaïen (L282p Achel)
|
tong [N 10b (1961)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|