e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trompet trompet: trompet (Achel) het koperen blaasinstrument met een schetterende, doordringende toon [trompet, toet] [N 112 (2006)] III-3-2
tros vruchten bosje: boske (Achel), tros: tros (Achel), trosje: troske (Achel) tros [ZND 32 (1939)] I-7
trossen flossen: flǫsǝn (Achel), (enk)  flǫs (Achel) Gekleurde kwasten boven op het haam. [N 13, 13] I-10
trots groots: gruts (Achel) groots [ZND 24 (1937)] III-1-4
trouwboekje trouwboekje: trouwbukske (Achel) het trouwboekje [trouwbusj-je] [N 96D (1989)] III-2-2
trouwen trouwen: trouwen (Achel, ... ) door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 115 (2003)] || Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
trouwkostuum bruidegom trouwkostuum: trouwkostuum (Achel) het bruidspak van de man [broedsantsoch, broeds-mantoer] [N 96D (1989)] III-2-2
trouwpak trouwpak: troͅuwpak (Achel) trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)] III-1-3
trouwring trouwring: trouwrink (Achel) een trouwring [N 96D (1989)] III-2-2
trui pullover: ploͅvər (Achel), tricot (fr.): trikoͅ (Achel) damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)] III-1-3