e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweede klaveroogst tweede snede: twędǝ snēi̯ (Achel) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede klaversnede tweede schaar: twędǝ sxǭr (Achel) Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.] I-5
tweede laag schoven van het dorsbed bovenlaag: bōvǝlǭx (Achel) De specifieke benaming van de tweede laag schoven, bestaande uit twee rijen die met de koppen naar elkaar toe liggen, zoals die op de eerste rij van het vorige lemma wordt gelegd. Zeer vaak is de benaming van deze bovenste laag dezelfde als die van het bed als geheel; dan is die benaming hier niet herhaald; zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). In L 159a wordt nog aangetekend dat "de aren van de tweede laag veerden op de eerste rij, en door dit veren lieten de korrels beter los". Zie afbeelding 11, b. [N 14, 17c; monogr.] I-4
tweede verkoping toeslag: ps. omgespeld volgens IPA.  tuslax (Achel) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweespeen tweedemer: twēdēmǝr (Achel) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg wis: we.s (Achel) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twintig frank twintig frank: 20 frank (Achel) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
u-vormige hoeve hoeve: huf (Achel) De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3] I-6
ui, ajuin juun: juun (Achel, ... ), jy(3)̄.n (Achel), ook in L 286, Hamont  juun (Achel), juung: juung (Achel) ajuin || ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)], [Goossens 2b (1963)] || een ajuin [ZND 43 (1943)] I-7
uienpannenkoek ajuinkoek: Syst. Frings  jy(3)̄nkuk (Achel) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3