18289 |
fluwelen broek |
velours (fr.) boks:
in floere box (L282p Achel)
|
een fluwelen broek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
33755 |
fokmerrie |
fokmeer:
fǫkmē̜r (L282p Achel),
veulenmeer:
vø̄.lǝmē̜r (L282p Achel)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.], [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
34312 |
fokzeug |
gelt:
gelt (L282p Achel),
zoog:
zō.x (L282p Achel)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21559 |
fooi |
fooi:
drinkgeld
fooi (L282p Achel)
|
fooi [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
34119 |
forsgebouwde koe |
zwaar beest:
zwǫǝr biǝst (L282p Achel)
|
[N 3A, 141a]
I-11
|
21556 |
fortuin maken |
zijn weg maken:
HIj zal ziene weeg wèl maken (L282p Achel)
|
Fortuin. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
33528 |
framboos |
framboos:
framboeës (L282p Achel)
|
framboos [ZND 34 (1940)]
I-7
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broene paoter (L282p Achel)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18784 |
franje |
franie:
franies (L282p Achel),
frannie (L282p Achel),
Korte /a/.
franies (L282p Achel),
frannie:
(mv)
franis (L282p Achel)
|
bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|