e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoenen (mv.) schoenen (mv.): schōēn (Afferden) schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schoftzadel zadel: zāl (Afferden) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokschouderen schokschouderen: schokschouwere (Afferden) schokschouderen [SGV (1914)] III-1-2
schommel rui: rø͂ͅj (Afferden) schommel [SGV (1914)] III-3-2
schoolopziener schoolopziender: scholopziender (Afferden) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: schondochter (Afferden) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: oe = lang  schonmoêder (Afferden) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: schonalders (Afferden) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: schonvader (Afferden) schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzoon schoonzoon: schonzoên (Afferden) schoonzoon [DC 05 (1937)] III-2-2