e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kneuzen blutsen: knutse (Afferden) blutsen [SGV (1914)] III-2-3
knevels fretters: frɛtǝrs (Afferden) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10
knie knie: knĕĕj (Afferden) knie [SGV (1914)] III-1-1
kniezen kniezen: knieze (Afferden) kniezen [SGV (1914)] III-1-4
knijpen knijpen: knieppe (Afferden), kniĕpe (Afferden) knellen [SGV (1914)] || nijpen [SGV (1914)] III-1-2
knikker knikker: knikker (Afferden) knikker [SGV (1914)] III-3-2
knikkers laten rollen druilen: dröle (Afferden) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2
knipogen knipogen: knipoege (Afferden), oogje knijpen: uuëgske knieppe (Afferden) knipogen [SGV (1914)] III-1-1
knoeien slobben: slobbe (Afferden), slŏŏbbe (Afferden) morsen [SGV (1914)] || slabben [SGV (1914)] III-2-3
knoeien, morsen, bevuilen slobben: slŏŏbbe (Afferden) morsen [SGV (1914)] III-4-4