e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

Gevonden: 2431
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vrów (Alken) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige zijn bruidsjongen zijn: bruidsjongen zijn (Alken), getuigen: getuigen (Alken) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 115 (2003)] III-2-2
gevaarlijk periculeus: be vuur spelen es prijkəloos (Alken) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel periculeus: das nə prijkeloaze kjal (Alken) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevel gevel: giəvəl (Alken) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] III-2-1
geweekt brouwgraan geweekte garst: gǝwęjkdǝ gās (Alken) Brouwgraan dat voldoende geweekt is en geschikt is om de kieming te ondergaan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''kiemen''. [N 35, 17] II-2
gewichten gewichten: gǝwīxtǝ (Alken) De gewichten van de bascule moesten jaarlijks geijkt worden door een overheidsfunctionaris. Zie ook het lemma ɛijkenɛ. Elke molenaar had gewichten van 20, 10, 5, 2, 1 en 0,5 kg.' [Coe 261; Grof 286] II-3
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝ (Alken) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gezicht gezicht: flets gezich (Alken) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-1
gezicht (spotnamen) snuit: snuit (Alken) Spotbenamingen voor het gezicht [N 109 (2001)] III-1-1